VBV en de contacten met Claims Conference (CC)
Een autoritje door sneeuw en ijs naar Frankfurt heen en terug.
VBV en de contacten met Claims Conference (CC)
Bij elke voorziening met bijbehorende regelgeving blijven er vrijwel altijd onduidelijkheden die nadere verklaring behoeven. Voeg dat nu bij zaken die mogelijk aan verbetering toe zijn, combineer dat met de wetenschap dat vrijwel alle aanvragen inzake Artikel 2 nu in Duitsland worden afgehandeld en er zijn voldoende redenen om weer eens richting Frankfurt te reizen en een gesprek aan te gaan met de top van de Claims Conference (CC) in Frankfurt.
Weliswaar onderhoudt het VBV-bestuur bijna dagelijks contact met de CC toch blijven er altijd principiële zaken die een bezoek aan Frankfurt rechtvaardigen; bellen en mailen doe je over individuele casussen, maar principiële problemen komen dan niet aan de orde.
Het bleek dan ook een juist besluit om richting Frankfurt te reizen en diverse zaken te bespreken met het onderhandelingsteam van de CC. Het team dat tevens op maandelijkse basis met de Duitse overheid overlegt en altijd bereid is om te luisteren. Juist daardoor kunnen hun onderhandelingspunten worden gebaseerd op datgene wat zij meekrijgen van de achterban. En die achterban wordt vertegenwoordigd door het VBV.
Gesprek met ook een trieste noot
Sneeuw en kou werden getrotseerd en de afvaardiging van het VBV-bestuur -te weten Flory Neter en Wil Groen- reisden naar Frankfurt. Eerlijkheidshalve moet worden gezegd dat Frankfurt geen straf is. Jammer genoeg betreft het hier echter geen reisbeschrijving.
Flory en Wil werden op 16 december jl. ontvangen door Christiane Reeh (hoofd juridische afdeling), Monica Beyerle (hoofd afhandeling Artikel 2), Jacek Stachowsky (case worker) en Andrea Pilz (case worker). Deze laatste is overigens de enige die Nederlands spreekt. Velen van u zullen haar wel eens aan de telefoon hebben gehad.
Uiteraard werd eerst Georg Heuberger -die recent is overleden- herdacht. Heuberger was de officiële vertegenwoordiger van de CC in Duitsland en een bijna wandelende encyclopedie op het gebied van de WOII. Hij was ook een enthousiaste en warme pleitbezorger bij de Duitse overheid voor de overlevenden van de Holocaust. Wij missen hem. Op dit moment is het nog niet duidelijk wie hem zal gaan opvolgen.
Punten van bespreking en onderhandeling
Zij die als kind de oorlog overleefden, veelal ‘child surviver’ genoemd, kortweg in het Nederlands: kindoverlevende.
In Amerika gaan er stemmen op die bepleiten om deze categorie een extra vergoeding toe te kennen. Maar maak u niet blij met een ‘dooie mus’; zo ver is het nog lang niet.
Het VBV-bestuur had echter een probleem met de definiëring van het begrip ‘kindoverlevende’. Het blijkt nu dat de Duitse overheid en de CC daarvoor een datum hebben vastgesteld, een soort definiëring dus:
Een ieder, geboren na 31 december 1927, wordt gezien als ‘kindoverlevende’.
Feitelijk komt het er op neer dat -met uitzondering van nog enkele ouderen- vrijwel iedere Artikel-2-rechthebbende een ‘kindoverlevende’ is. Het blijft moeilijk om te verdedigen dat een overlevend kind wél en de ouder géen extra vergoeding verdient.
Extra voorzieningen
Tijdens de bespreking is aangegeven dat het VBV graag ziet meegenomen in de onderhandelingen met Duitse overheid, de wenselijkheid van een extra vergoeding voor o.a. huishoudelijke hulp. Een ieder streeft er naar om zo lang mogelijk in het eigen huis te blijven. Vrijwel niemand verheugt zich op het verblijf in een bejaardentehuis. Juist met die extra hulp is het mogelijk om langer in de eigen vertrouwde omgeving te blijven wonen.
Het VBV is zich er van bewust dat de CC (dus indirect de Duitse overheid) op jaarbasis zeer veel geld uitgeeft aan overlevenden via de zogenaamde zorginstellingen. Het VBV is er een voorstander van dat deze gelden via een persoonsgebonden beschikking rechtstreeks worden toebedeeld aan de rechthebbenden of aan de bejaardentehuizen die op hun manier invulling geven aan de extra’s die de individuele levensvreugde van bewoners verhoogt.
Vooralsnog is het zo dat huishoudelijke hulp niet in de criteria van het Artikel 2 voorkomt en dat de Duitse overheid evenmin graag in die richting opschuift.
Het laatste woord is hierover nog niet gezegd. Bij de CC moet het rijpen en het VBV zal er bij een volgend gesprek zeker op terugkomen.
Kinderen uit gemengde huwelijken
Het is het VBV gebleken dat de CC in sommige gevallen de argumentatie van de PUR overneemt waar inzake het kinderen uit gemengde huwelijken betreft.
Meermalen schopt de PUR tegen het zere been van de betrokkenen en het bestuur van het VBV en meent kinderen uit gemengde huwelijken af te moeten wijzen. Gehanteerd wordt daarbij de stelling dat zij volgens de perceptie van de PUR geen vervolging hadden te vrezen. Het VBV –en het VBV staat daarin niet alleen- is van mening dat deze stelling eigenlijk niet houdbaar is. Het is daarom een zure zaak dat ook de CC in sommige gevallen mensen afwijst die hetzelfde hebben meegemaakt als kinderen met 4 joodse grootouders.
Het recente overleg maakte ons duidelijk dat de CC toch een andere argumentatie hanteert dan de PUR.
Feitelijk zijn er maar twee zaken onaantastbaar:
- achttien maanden onderduik en
- het leven onder een valse naam.
Als kan worden hardgemaakt dat het verblijf gedurende de vervolgingsjaren gelijk kan worden gesteld met onderduik dan is het niet van belang of men een kind is uit een gemengd huwelijk of niet.
Er is geen sprake van een verloopdatum. Bezwaar maken kan te allen tijden, ook al is de brief van afwijzing lang geleden.
Als u meent ten onrechte te zijn afgewezen omdat er wel degelijk sprake is van 18 maanden onderduik, teken dan alsnog bezwaar aan. Indien nodig helpt het VBV u daarbij.
Discutabele achttien maanden onderduik
De praktijk leert dat die 18 maanden onderduik soms moeilijk is aan te tonen met als gevolg dat daardoor onrechtvaardig kan worden afgewezen.
Was het kind dat vlucht en als zwerver op straat leeft, niet ondergedoken?
Wat te denken van het kind van wie de ouders werden vermoord maar net niet de volle 18 maanden ondergedoken is geweest?
Is 12 maanden onderduik onder vreselijke omstandigheden minder erg dan 18 maanden in een liefdevol onderduikgezin?
Die kinderen zouden dus niet rechthebbend zijn. Hoe verkoop je zoiets?
De CC verzekerde ons dat de termijn van 18 maanden een continue terugkerend onderwerp van de agenda is maar dat vooralsnog de Duitse overheid niet van zins is om die termijn aan te passen. Een groot probleem bij een eventuele aanpassing is de situatie in Hongarije gedurende Jodenvervolging. Die heeft namelijk maar 12 maanden geduurd. Als men de 18 maanden zou verlagen naar 12 maanden dan heeft dat grote consequenties voor de Duitse staatskas. Daar zit men vooralsnog niet op te wachten.
Vluchtelingen
Vlucht komt als zodanig niet voor in de criteria voor Artikel 2. Daardoor is het vaak gecompliceerd om de historie van vluchtelingen te beschrijven zodat het past in het kader van onderduik en/of het leven onder een valse naam.
Het VBV wordt nog al eens geconfronteerd met schrijnende verhalen, waarbij niet eenvoudig ‘onderduik’ of ‘leven onder een valse naam’ kan worden aangetoond. Een van de moeilijkheden daarbij is dat het VBV-bestuur niet altijd kennis heeft van de aard van de bezetting in de verschillende Europese landen. Met name de situatie in half bezette landen -zoals Frankrijk en Italië- is voor historische leken lastig te beoordelen. En in vrijheid was men nu eenmaal niet ondergedoken.
In die gevallen waarbij het voor u of voor ons moeilijk is om een historisch perspectief aan te geven, is het mogelijk om een huisbezoek aan te vragen met interview door een door de CC aangestelde historicus.
Het VBV heeft erop aangedrongen om vlucht te zien als een vorm van onderduik. Het is niet uit te leggen wat het verschil is tussen onderduiken op een zolderkamer driehoog-achter en op de vlucht te zijn in het onbekende. Immers in beide gevallen ben je uit het zicht van de vervolger. Inhoudelijk is er daarom geen verschil tussen vlucht en onderduik.
Het positieve resultaat van deze nogal barre en ijzige tocht naar Frankfurt is het diepgaande gesprek en discussie met de CC waardoor duidelijk is geworden hoe dit soort aanvragen moeten worden ingediend en dienen te worden begeleid.
Mocht u tot deze, hierboven beschreven categorie behoren en werd u afgewezen dan kunt u zich tot het VBV wenden zodat er alsnog bezwaar kan worden gemaakt waarbij een passende rapportage in historisch perspectief kan worden ingediend.
Mochten er nog vragen zijn of rijzen dan kunt u zich altijd tot het VBV wenden. U weet het VBV vast te vinden en dat is maar goed ook.
Foto 1: van links naar rechts: Flory Neter, Wil Groen, Christiane Reeh, Monica Beyerle, Jacek Stachowsky.
Foto 2: Sophienstrasse 44, 5de etage.