Leo van Gelderen: column in een minuut over een gotspe.
Links laten liggen van het VBV is een gotspe
Behalve dat de mensen die hun vermoorde familie wilden herdenken vanwege Corona niet in het Wertheimpark aanwezig konden zijn, was deze Auschwitz-herdenking toch bijzonder. Niet vanwege hun afwezigheid. Daar raken we wel of niet zo langzamerhand aan gewend. Nee, vooral omdat tijdens de herdenking hardop werd gezegd dat waakzaamheid is geboden. Daarbij man en paard duidend om aan te geven waar het antisemitische gif vandaan komt.
Ook het Verbond Belangenbehartiging Vervolgingsslachtoffers (VBV) was bij de herdenking aanwezig. Dat wil zeggen, zoals altijd met een fraaie krans. Want elk jaar blijft het bij een krans. Uitnodigingen blijven uit, terwijl juist het VBV, als vakbond bij uitstek, de organisatie is die zich daadwerkelijk met de zorg van overlevenden en latere generaties bezighoudt.
Zelfs voor de onthulling van het Namenmonument bleef het angstaanjagend stil op de burelen van het VBV. Geen telefoontje, geen plof op de deurmat van een gedrukte uitnodiging, maar omdat wij vinden dat bij zo’n bijzondere onthulling het VBV niet mag ontbreken, gezien de persoonlijke banden die we met nabestaanden hebben, zelf maar eens gebeld naar het Auschwitz Comité. Na veel zuchten en steunen van voorzitter, Jacques Grishaver kwam er een uitnodiging. Echter wel in de sfeer van: ’nou vooruit, zal zien of er nog een plekje is.’ Ik vind die houding een gotspe.
Zeker als je bedenkt hoeveel nabestaanden er in het verleden werden en nog steeds worden geholpen door het VBV. Hoe pensioenen worden veilig gesteld en geregeld, om over de vele hulpvragen op tal van andere vlakken maar te zwijgen.
Hoe dit kan? Waar deze categorische afwijzingen vandaan komen? Geen idee. Maar beschamend is het wel en als bestuurslid van het VBV word ik er behoorlijk droevig en ook boos van.
Leo van Gelderen, VBV-bestuurslid