SVB mag AOW niet korten met gettopensioen.
AOW en Gettopensioen in Israël
Tot grote verbazing van het VBV-bestuur bleek de SVB het Duitse Gettopensioen te willen korten op de AOW; dit in het kader van het Nederlands-Israëlisch Verdrag (NIV). De Nederlands-Israëlische vereniging Ayala procedeerde hierover in Nederland namens een van haar leden en met succes. Het VBV is eerst nu van dit fenomeen op de hoogte.
Korten ondanks politieke uitspraken
Het blijft voor het VBV raadselachtig dat de SVB deze kortingen wilde toepassen terwijl het resultaat van de gesprekken van VBV en Ministeries werd bekrachtigd door deze Ministeries van Financiën en VWS waarbij VWS “de baas” is van de SVB!
Toezeggingen van het Ministerie van Financiën dateren overigens al van april j.l. en de officiële brief hierover aan de Tweede Kamer dateert van mei dit jaar.
De rechter die uitspraak deed in deze zaak is terecht uitgegaan van het resultaat van de gesprekken welke het VBV samen met mr. Ronald Vecht voerden met het Ministerie van Financiën. De hefboom was de petitie met handtekeningenactie die door duizenden mensen werd getekend.
Rechtsgang noodzaak?
Het bedje voor Ayala was dus goed genoeg gespreid om dit proces probleemloos te winnen; de rechter verwees gewoon naar de correspondentie van het Ministerie aan de Tweede Kamer. Je kunt je dus afvragen of het echt noodzakelijk was om dit proces te voeren. Enerzijds contact met het VBV en anderzijds het goed lezen van de VBV-website hadden ongetwijfeld een economisch voordeel voor Ayala opgeleverd.
Inmiddels heeft de SVB aangegeven geen hoger beroep meer te zullen aantekenen. Dat lijkt logisch gezien de uitspraak van de rechter. De doorslag voor de rechtbank lag namelijk besloten in de brief van Staatssecretaris Menno Snel van mei dit jaar aan de Kamer!
Deze casus over de AOW is heel specifiek en laat dus zien dat dankzij de acties van het VBV ook deze aanpalende kwesties tot een goed einde kunnen worden gebracht.
Hieronder nog een deel van het vonnis met overwegingen van de rechtbank.
23. De rechtbank merkt verder het volgende op. In de hiervoor reeds meermalen genoemde brief van 18 mei 2018 hebben de Staatssecretarissen van Financiën en VWS opgemerkt dat het gettopensioen deels (cursivering rechtbank) het karakter heeft van een ouderdomspensioen in verband met arbeid. Dat is een relativering van hetgeen de Staatssecretaris van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer van 27 oktober 2017 heeft geschreven (in die brief schreef de Staatssecretaris dat het gettopensioen het karakter heeft van een ouderdomspensioen in verband met arbeid verricht in een getto). Het ter zitting door de Svb naar voren gebrachte argument dat de Staatssecretaris van Financiën in de brief van 27 oktober 2017 heeft meegedeeld dat het gettopensioen het karakter heeft van een ouderdomspensioen in verband met arbeid verricht in een getto, is dus achterhaald. Verder omschrijven de Staatssecretarissen het gettopensioen in de brief van 18 mei 2018 als een uitkering die mede haar oorsprong vindt in het leed dat de mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog onder dwang in een getto verbleven is aangedaan en valt onder de uitkeringen die Duitsland verstrekt in het kader van de Wiedergutmachung. Deze omschrijving en de eerder genoemde in de belastingsfeer genomen maatregel onderstrepen het bijzondere karakter van het gettopensioen en versterken de gedachte dat dit pensioen niet op één lijn kan worden gesteld met een wettelijk ouderdomspensioen. Dat deze brief betrekking heeft op de inkomstenbelasting en niet op de AOW, maakt niet dat de in de brief gegeven omschrijving van het gettopensioen, welke omschrijving overigens ook meer lijkt te passen bij de visie van [eiser] dan bij die van de Svb, in de zaak van [eiser] niet van toepassing zou zijn.