verbond belangenbehartiging vervolgingsslachtoffers

Wordt donateur
29 januari 2022 joods-onroerend-goed nieuws

Joods onroerend goed in Hoorn: Onderzoek door Raymund Schütz en Egbert Ottens. Noordhollands Dagblad

Voor u gelezen en overgenomen van het Noordhollands Dagblad

Gemeente Hoorn heeft geen ‘actieve’ rol gespeeld in doorverkopen Joodse panden

28 januari 2022, 11.46 uur · Door Maurits van Egdom
Hoorn heeft tijdens en na de Duitse bezetting geen panden verkocht van Joodse inwoners. Dat is de uitkomst van het onderzoek dat historici Egbert Ottens en Raymund Schütz hebben uitgevoerd. Wel heeft de gemeente twee panden zelf gekocht tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Tijdens de bezetting zijn 50 panden van Joodse eigenaren doorverkocht. De meeste panden staan in de binnenstad - Benno Ellerbroek

Tijdens de bezetting zijn 50 panden van Joodse eigenaren doorverkocht. De meeste panden staan in de binnenstad – Benno Ellerbroek

Burgemeester Jan Nieuwenburg is dankbaar voor het werk dat de onderzoekers hebben verricht, waar hij veel uit kan leren. “Wat er in Hoorn en Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebeurd, is gruwelijk. De onderzoekers vertellen verschillende schrijnende verhalen in hun onderzoek. Over mensen die bestolen zijn van hun woning en moesten vechten om deze terug te krijgen. Van deze verhalen en de conclusies kunnen we nog steeds leren.”

50 panden
Bij het uitbreken van de oorlog telde Hoorn 45 Joodse inwoners. Bij de volkstelling in 1947 waren dit er nog maar 13.
Volgens de gemeente blijkt uit documenten en vastgoedboeken, die de Duitsers bijhielden, dat 50 panden, van de in totaal 82 panden van 11 Joodse eigenaren, tijdens de oorlog van Joodse inwoners zijn doorverkocht aan particulieren. De gemeente zou hierin geen actieve rol hebben gespeeld, omdat de doorverkoop iets tussen makelaar, koper en notaris was. “Wel kreeg de gemeente van notarissen verzoeken binnen om informatie aan te leveren over deze panden”, zegt onderzoeker Raymund Schütz.
Door de uitkomsten van het onderzoek is het toekennen van een schadevergoeding aan Joodse inwoners niet aan de orde, stelt Schütz. Ook heeft de gemeente geen navorderingen opgelegd aan Joodse eigenaren van niet-betaalde erfpacht, straatbelasting of wisseltonnenstelsel.
“Wel vonden we navorderingen van enkele nalatige oorlogskopers van Joodse panden. Maar die panden stonden toen al niet meer op naam van de Joodse eigenaren”, benoemt hij.

Twee panden aangekocht
De gemeente heeft in 1943 wel twee onteigende panden aangekocht, namelijk Slapershaven 2 en 3 van de weduwe Polak-Levie. De staat van deze  ‘Bossupanden’ was erg slecht. Er werd gevreesd voor de sloop van deze monumentale panden, zo valt te lezen in het onderzoek.
Schütz legt uit: “Volgens de gemeente van toen handelde zij met goede bedoelingen, om deze panden te behouden. Maar een notaris oordeelde dat de gemeente van een foute regeling onder een fout regime gebruik had gemaakt.”
In 1953 volgde het rechtsherstel en gingen de panden terug naar de erfgenamen van weduwe Marianna Polak-Levie.

Motie
Tijdens de bezetting moesten veel Joden ondergaan hoe het vastgoed dat zij bezaten werd onteigend en doorverkocht. De partij Tonnaer wilde daarom weten hoe dat in hun eigen gemeente was geregeld, en diende een motie in. De raad keurde deze in november 2020 goed, waarna er een onderzoek in gang werd gezet.
Tijdens het rechtsherstel na de oorlog werd vooral naar de juridische kant gekeken, maar volgens de onderzoekers ontbrak de menselijke kant. “Leer van het verleden, blijf aandacht schenken aan onderzoeken over oorlog en stimuleer ook dat het onderwijs hier actief mee bezig is”, geeft Schütz dan ook als advies mee.
Het college bekijkt hoe de gemeente met deze aanbevelingen aan de slag gaat.

Onderzoek naar Joods vastgoed
De heren Egbert Ottens en Raymond Schutz hebben het onderzoek uitgevoerd. De
belangrijkste informatiebronnen voor hun onderzoek zijn de archiefstukken uit het Westfries Archief en het Nationaal Archief.
Het Joods vastgoed bevond zich grotendeels in het oude stadscentrum. Het varieerde van statige panden tot winkels. En van bedrijfspanden tot woonhuizen in een wisselende staat van onderhoud.