verbond belangenbehartiging vervolgingsslachtoffers

Wordt donateur
2 december 2020 column nieuws

Hans Knoop: Nationaal Archief weigert inzage en vindt privacy belangrijker dan oorlogsmisdaden

Verslag van een ergerniswekkende strijd tegen Nationaal archief en
Staat der Nederlanden

Afgelopen maand diende wederom voor de rechtbank in Amsterdam de zaak die mijn collega Arnold Karskens namens de Stichting Onderzoek Oorlogsmisdadigers (SOO) had aangespannen tegen het Nationaal Archief. Bij dat archief rust o.m. het archief bijzondere rechtspleging waarin details staan vermeld van ruim 150.000 foute Nederlanders. Van NSB- meelopers tot de zwaarste Nederlandse SS-bewakers.
Karskens wil inzage in dat archief om de laatste nog in leven zijnde zware collaborateurs en oorlogsmisdadigers voor ze de ogen sluiten alsnog voor de rechter te brengen. Het Nationaal Archief houdt de dossiers van nog levende oorlogsmisdadigers echter potdicht op grond van privacyoverwegingen.
Ja, u leest het goed! De privacy van oorlogsmisdadigers weegt voor het archief zwaarder dan hun eventuele berechting.
Inmiddels hebben collega Frits Barend en ik ons bij de eis van Karskens en de stichting aangesloten en ondersteunen wij zijn terechte kruistocht tegen zowel oorlogsmisdadigers als het Nationaal Archief dat ze uit de wind wil houden.

Hoe ligt nu precies de casus? In beginsel is het archief van de bijzondere rechtspleging niet openbaar. Het is aanvaardbaar en begrijpelijk dat men wil voorkomen dat eenieder die ruzie met zijn schoonvader, buren, of werkgever heeft even in dat archief kijkt of het gerucht inderdaad klopt dat die persoon een kwalijk oorlogsverleden heeft.
Maar het is duidelijk dat dit ook niet de overwegingen van Karskens c.s zijn. Wij hebben een tiental namen van zware Nederlandse SS- misdadigers (met name uit Kamp Vught) die nooit voor de rechter zijn gekomen. Wij willen hun dossiers zien en onderzoek naar hen doen om uiteindelijk het Openbaar Ministerie tot vervolging aan te zetten. Het Nationaal Archief zet echter de hakken in het zand.
Een jaar geleden diende voor dezelfde bestuursrechtbank in Amsterdam de zaak eveneens. Toen besliste de rechter in Karskens (ons) voordeel. De rechter nam voor een belangrijk deel de juridische argumentatie van het duo Knoops (advocaten) over dat weigering tot het verlenen van inzage in strijd was met o.m. het door Nederland geratificeerde genocideverdrag.
Vervolgens ging het archief in beroep en wist dat op enkele administratieve pietluttigheden te winnen. O.m. omdat de stichting SOO geen leden had en dus ook niet namens slachtoffers of nabestaanden kon optreden.

De zaak werd terugverwezen naar de rechtbank Amsterdam dat zich dus afgelopen maand opnieuw over de zaak boog. Onder druk van die rechtbank zal er binnen enkele weken een gesprek plaatsvinden tussen het Nationaal Archief en ons om te kijken of we er zonder rechterlijk vonnis uit kunnen komen. Dat laatste lijkt me bijna onmogelijk. Daarvoor heeft het archief (lees de Staat der Nederlanden) de hakken te diep in het zand gezet. Wel hebben we hoop dat de rechter ons dan voor de tweede keer grotendeels in het gelijk zal stellen en dus de staat opnieuw beroep zal instellen. Traineren lijkt het gebod binnen de top van het archief. Wachten tot de laatste SS’er of Landwachter de ogen heeft gesloten. Eerst dan zal ons toegang worden geboden.
Maar vanaf dat moment zijn hun misdaden stuff voor historici. Niet voor ons journalisten!

De houding van de staat is bepaald navrant als men die afzet tegen de in 1944 door Koningin Wilhelmina in Londen gedane belofte aan het Nederlandse volk dat na de oorlog geen enkele collaborateur of misdadiger zijn gerechte straf zou ontlopen. Dat is moeilijk op een lijn te brengen met het standpunt van het archief en de Staat der Nederlanden anno 2020. Oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid zijn de enige die conform het Nederlandse strafrecht niet verjaren. Daarmee heeft de wetgever willen zeggen dat we ze moeten blijven opsporen en vervolgen tot letterlijk de allerlaatste de allerlaatste adem heeft uitgeblazen. Als ze evt. vervolgd zouden worden gebeurt dat alsnog in het kader van de naoorlogse bijzondere rechtspleging die sterk afwijkt van het reguliere vervolgingsregiem.
Dat impliceert dat we naar die schurken dienen te kijken met onze naoorlogse normen en opvattingen en daarin paste toentertijd geen mededogen, laat staan respect voor hun privacy.

Hans Knoop