verbond belangenbehartiging vervolgingsslachtoffers

Wordt donateur
27 juni 2020 nederlandse-spoorwegen nieuws

NS en de 26ste juni 2020 de dag van de schoffering

Exact een jaar geleden, 26 juni 2019, was de datum waarop Salo Muller met de NS een regeling tot  genoegdoening overeenkwam. Een gedenkwaardige datum.
De Adviescommissie Cohen werd benoemd en deze stelde de randvoorwaarden voor de individuele uitkering vast. Ook kwam de commissie met aanbevelingen voor de NS t.b.v. een Collectieve uiting van erkenning. Juist die aanbeveling heeft er toe geleid dat uw voorzitter samen met het CJO sinds september vorig jaar heeft aangedrongen op overleg met de NS. Overleg over de vorm en hoogte en ook over de wijze waarop uitvoering zou worden gegeven aan die aanbeveling.

Nu exact een jaar later
Op 26 juni 2020 komt NS met een voorstel zonder enig overleg met VBV noch CJO.
Voor alle duidelijkheid citeer ik hieronder het advies van de commissie Cohen.
waar NS nota bene om had gevraagd:
De Commissie is zich ervan bewust dat de regeling zoals die nu is ingericht geen voorziening bevat voor twee groepen getransporteerde Joden, Roma en Sinti, te weten: voor hen die de oorlog niet hebben overleefd en bij overlijden geen partner of kinderen hadden, en voor hen die de oorlog wel overleefden, maar niet meer in leven zijn en geen partner of kinderen hebben gehad, dan wel waarvan de partner of kinderen op de genoemde peildatum ook niet meer in leven waren.
Het betreft hier een substantieel aantal, waar in elk geval ook de circa 20.000 kinderen toe behoren die tijdens de oorlog op transport zijn gesteld naar vernietigingskampen waar ze vrijwel direct zijn vergast.
De Commissie stelt vast dat deze groepen in materiële zin buiten de reikwijdte
van de regeling vallen; zij hebben geen directe nabestaanden (meer) die voor een tegemoetkoming in aanmerking zouden kunnen komen. Dit laat echter onverlet dat erkenning van hun lot en het aandeel van NS hierin, expliciete aandacht verdient.
De Commissie adviseert NS te overwegen om, in samenspraak met de betrokken groeperingen, tot een collectieve uiting van erkenning te komen van het leed en lot van de grote groep getransporteerde gevangenen, waarvoor geen aanspraak meer op de regeling kan worden gemaakt.”  

Juist die laatste alinea was voor het VBV en CJO de aanleiding om gezamenlijk op te trekken. Samen met de NS de contouren bepalen. Dus gesprek en overleg op basis van gelijkwaardigheid.
Oktober 2019 was het eerste gesprek waarbij gelijkwaardigheid ver was te zoeken. Het tweede contact gisteren middels een beeldschermvergadering was feitelijk een mededeling zonder enige vorm van overleg. VBV en CJO werden geconfronteerd met de creatieve interpretatie door de NS van met name de laatste zin uit de aanbeveling.
“Er is gekozen voor een dynamische oplossing”, aldus van Boxtel,  “om 5 miljoen te schenken aan kamp Westerbork, kamp Amersfoort, kamp Vught en het Oranjehotel”. Dat zou dan recht moeten doen aan alle slachtoffers als ‘collectieve uiting van erkenning’ want wat is er beter dan herinneringscentra?

Nu ben ik niet tegen herinneringscentra
Nuttig en mogelijk zelfs educatief. Maar om alleen over vermoorde slachtoffers te spreken en te weigeren om met de levende nabestaanden in dialoog te gaan is pijnlijk.
De NS heeft een lange geschiedenis van het ontkennen van de Joodse gemeenschap. Anders was het met de financiële vergoeding die de slachtoffers aan de NS moesten betalen om op transport gesteld te worden. De 102.000 mensen die niet terugkeerden hebben betaald en dat geld is regelrecht naar de NS gegaan.
Het feit dat er met ons op geen enkele wijze overlegd is gepleegd is een voortzetting van de lijn die reeds in de oorlog werd uitgezet.

Ronny Naftaniel: “De samenwerkende Joodse organisaties zijn zeer ontdaan over dit plan, mede omdat dit niet in samenspraak met ons tot stand is gekomen. We zijn vanmiddag op een dictaat hierover getrakteerd, terwijl de commissie Cohen uitdrukkelijk aanbeveelt de betrokkenen te raadplegen. De 4 Herinneringscentra, hoe belangrijk ook, voldoen niet aan twee andere verlangens van de joodse gemeenschap: Bijdragen aan de continuïteit van de gemeenschap in Nederland en het verlichten van de psychosociale trauma’s die er bij overlevenden van de oorlog zijn.”
Avraham Roet: “De subsidie aan projecten is een eenzijdig besluit. Die projecten maken immers geen deel uit van de joodse gemeenschap. Dit is een klap in het gezicht en een voortzetting van de kille, formele, anti Joodse gevoelens sinds de Shoah bij het bestuur en de scheidende directeur van de NS heersen Het blijkt dat de woorden van PM Rutte op Vrijheidsdag bij de NS aan dovemansoren waren gericht. Van Boxtel heeft deze niet gehoord.”
Als de NS met een excuus wil komen naar de levenden voor de hulp bij de uitroeiing van de 102.000 nabije familieleden, zal dat toch echt meer moeten zijn dan het voorschotelen van voldongen feiten zonder communicatie.

Tweede advies van Cohen
Het lijkt in de lijn van de verwachting dat de NS even dictatoriaal om zal gaan met dat andere advies van de commissie Cohen: “Een diepgaand onderzoek naar de rol van NS tijdens WO-II.” Ook hier is geen enkel overleg en ook niet te verwachten over hoe en door wie dit onderzoek zal worden uitgevoerd. Misschien toch die slager die eigen vlees gaat keuren?

Persbericht van VBV en CJO: Joodse vervolgingsslachtoffers opnieuw gebruuskeerd door de NS
Vandaag heeft Roger van Boxtel in een gesprek met vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap laten weten dat de NS €5 miljoen geeft aan vier herinneringscentra over de Tweede Wereldoorlog. Dit is volgens de NS de collectieve uiting van erkenning die is aanbevolen door de Commissie Cohen om tegemoet te komen aan de medeverantwoordelijkheid van de NS voor de moord op 102.000 Nederlandse Joden door de nazi’s. Ca 5000 overlevenden en hun kinderen hebben separaat een individuele tegemoetkoming gekregen.
De Joodse organisaties, bestaande uit het Centraal Joods Overleg (CJO), de World Jewish Restitution Organisation (WJRO) en het Verbond Belangenbehartiging Vervolgingsslachtoffers (VBV), die gezamenlijk de belangen van de Nederlandse vervolgingsslachtoffers vertegenwoordigen in binnen- en buitenland, kregen dit voornemen vanmiddag als een dictaat opgelegd door de NS. De aanbeveling van de Commissie Cohen om in overleg met de betrokkenen tot een ‘collectieve uiting van erkenning’ te komen werd hiermee geschonden. De NS heeft een lange geschiedenis in het negeren van de Joodse gemeenschap. Deze handelswijze van vanmiddag past erin en zet hiermee een gedrag voort, waarvan wij juist gehoopt hadden dat het na de overeenkomst met de heer Salo Muller tot het verleden zou behoren.
Hoewel de vier herinneringscentra respectabele doelen zijn, doet een donatie van €5 miljoen geen recht aan het feit, dat vele van de 102.000 vermoorde Joodse Nederlanders met behulp van de NS naar de kampen vervoerd zijn. Het past niet, dat aan de ca 5000 overlevenden en hun kinderen in het totaal een bedrag van ca €40 miljoen wordt uitgekeerd en het de 102.000 vermoorden op deze wijze gemarginaliseerd worden. In het oorlogsleed dat mede door de NS aan de Joodse gemeenschap in Nederland is aangedaan, is vandaag een nieuwe hoeveelheid zout in de wonden toegevoegd.
De Joodse organisaties hadden er bij de NS op aangedrongen, naast aan herinnering, ook bij te dragen aan de zorg voor de groep nog levende oorlogsslachtoffers. Bovendien zou hulp voor de continuïteit van het gedecimeerde Joodse leven in Nederland op zijn plaats geweest zijn. Overleg heeft hierover niet plaats gehad. De NS heeft geheel zelfstandig besloten, we achten dit buitengewoon respectloos. Voor de Joodse organisatie reden om elke vorm van samenwerking met de NS op te schorten.
Amsterdam, 26 juni 2020 — CJO en VBV

Persbericht NS: https://nieuws.ns.nl/ns-steunt-herinneringscentra-tweede-wereldoorlog/

Overig commentaar vindt u in de dagbladpers.