Individuele tegemoetkoming late slachtoffers
Aan:
N.V. Nederlandse Spoorwegen
De heer mr. R.H.L.M. van Boxtel
Stichting Individuele Tegemoetkoming Slachtoffers WOll Transporten NS
De heer prof. dr. M.J. Cohen
Amsterdam, 8 december 2019
Namens de achterban van het VBV maakt het VBV bezwaar tegen de afwijzing door de Stichting Individuele Tegemoetkoming Slachtoffers WO II Transporten NS (hierna: de Commissie) van de aanvragen op de grond dat de betreffende persoon weliswaar per trein is vervoerd met het oog op volkerenmoord, maar dat dat vervoer heeft plaats gevonden na de aanvang van de spoorwegstaking op 17 september 1944.
Geheel in overeenstemming met artikel 2 van de stichtingsstatuten heeft de Commissie aan NS geadviseerd om als belanghebbende degenen die vanuit Nederland vanuit de Joodse gemeenschap en vanuit de gemeenschappen van Roma en Sinti zijn getransporteerd naar concentratie- en vernietigingskampen buiten Nederland, waarbij de bezetter het doel had om hen als bevolkingsgroep uit te roeien, alsmede diegenen uit de Joodse gemeenschap die op last van de bezetter tot aan Westerbork, Vught of Amersfoort zijn vervoerd met het oogmerk hen ter vernietiging naar concentratie- of vernietigingskampen buiten Nederland te vervoeren.
Het is juist dat NS blijkens het advies (blz. 3) in een later stadium aan de Commissie nog heeft toegelicht dat de “oorsprong van NS om een tegemoetkoming te willen betalen, ligt in het door NS rijden van extra/speciale treinen in opdracht van de bezetter met het doel om mensen naar de vernietigings- en concentratiekampen te brengen. Treinen dus die speciaal met het doel van de zuiveringsoperatie van de bezetter gereden zijn (m.n. Joden, Roma en Sinti – deze mensen/groepen zijn gedocumenteerd door de bezetter). Treinen waarvoor door NS facturen gestuurd zijn aan de bezetter.” Die nadere toelichting heeft klaarblijkelijk niet geleid tot het advies dat slachtoffers die door NS treinen zijn vervoerd na aanvang van de spoorwegstaking zouden moeten worden uitgesloten van een individuele tegemoetkoming. Sterker nog, uit de toevoeging dat ook joden die zijn vervoerd naar Westerbork, Vught of Amersfoort met het oogmerk hen ter vernietiging naar concentratie- of vernietigingskampen buiten Nederland te vervoeren kan worden afgeleid dat de Commissie het niet relevant vond of joden met “speciaal ingelegde” treinen waren vervoerd of niet. Waar het immers om ging is dat NS tijdens de Duitse bezetting heeft meegewerkt aan volkerenmoord door de slachtoffers te (helpen) vervoeren naar de plaats waar zij zouden worden vermoord. (Dat NS zich daarvoor daarenboven liet betalen is wat dat betreft niet relevant, hooguit extra wrang).
Over dat advies hebben de betreffende gemeenschappen zich uitgelaten.
Het is waar dat in het uitkeringsreglement de woorden “speciaal ingelegde treinen” is verwerkt.
Over dat reglement hebben de getroffen gemeenschappen zich niet mogen uitlaten.
Het VBV meent dat de betreffende aanvragen onterecht zijn afgewezen en wijst daarbij op het volgende:.
- Bij gebrek aan voldoende wetenschappelijk onderzoek kan niet worden vastgesteld dat NS niet heeft meegewerkt aan het vervoer van slachtoffers tijdens de spoorwegstaking*). Zelfs al zou aannemelijk worden dat veel treinen toen met uitsluitend Duits personeel hebben gereden, dan is het nog heel goed mogelijk dat NS wel degelijk mee heeft gewerkt doordat sein- en perronwachters, kaartverkopers, planners, administratief personeel, enz. wel heeft meegewerkt. Het VBV wijst erop dat er bij NS ook NSB-ers en Duitsers in dienst waren. Dat blijkt alleen al uit het feit dat NS na de oorlog pensioenen heeft uitgekeerd aan Duitse medewerkers.
- Overigens heeft NS tijdens de oorlog ook meegewerkt aan de gedwongen verhuizing van slachtoffers van de Nazi’s naar Ghetto’s in Nederland (met name Amsterdam en Asterdorp in Amsterdam-Noord) als voorbereiding op de volkerenmoord.
Het is pijnlijk dat NS het bestaat om de aanvragen voor een individuele tegemoetkoming van een handjevol slachtoffers of hun nabestaanden af te wijzen zonder dat NS zekerheid heeft dat het niet betrokken is geweest bij hun lot. De waarheid komt altijd op enig moment uit. En dan zal onze samenleving oordelen over de wijze waarop NS zelfs zoveel jaren na dato het bestond om op de aanvragen van een handjevol slachtoffers op buitengewoon kille*) wijze te reageren.
Wij roepen NS op om de Commissie te vragen de aanvragen te herzien met inachtneming van hetgeen ethische en menselijke normen en waarden dicteren: beter een paar personen ten onrechte gecompenseerd dan één slachtoffer een trap na te geven.
Hoogachtend,
Stichting VBV
*) Op de website van de Commissie staat op de pagina “Veelgestelde vragen” de vraag: “Komen mensen die na de Spoorwegstaking zijn vervoerd in aanmerking voor een tegemoetkoming?” en het antwoord van de Commissie ervan. Het VBV begrijpt uit het antwoord dat met de vraag bedoeld zal zijn Na aanvang van de spoorwegstaking oftewel tijdens de spoorwegstaking.
*) Tekst op de plaquette bij de IJzijde van de oosttunnel van het Centraal Station van Amsterdam, die door NS is onthuld op 30-8-2019