Verlaat verslag van de VBV-bijeenkomst op 6 april j.l.
Na onze jaarlijkse bijeenkomst
Helaas is er verzuimd om een verslag te schrijven van onze bijeenkomst op 6 april j.l. De reden was dat heel kort na deze vergadering twee van onze geliefde bestuursleden, Hans Vos en Wil Groen, ziek waren en heel kort daarna zijn overleden. Hun heengaan heeft ons allen diep geraakt, zozeer zelfs dat ik er niet eens meer aan heb gedacht om een samenvatting van die bijeenkomst te schrijven.
Tweemaal een in ‘Memoriam’ binnen nauwelijks een week, voor Hans en een voor Wil, waren ook oorzaak waardoor wij ook vergaten om mijn speech te plaatsen. Ik werd op dit verzuim opmerkzaam gemaakt toen een van onze getrouwe supporters mij daar over belde.
Mijn welgemeende excuses. Het waren droeve tijden.
Financiële ondersteuning?
Tijdens de jaarvergadering heb ik in mijn inleiding aan u de vraag voorgelegd of er een geldelijke aanvulling zou moeten komen voor hen die slechts van hun AOW moeten leven. De tweede generatie wel te verstaan. Ik ben mij er van bewust dat de meesten het maatschappelijk en zakelijk goed hebben gedaan. Toch zijn er onder hen mensen die de oorlog waarin zijzelf niet hebben geleefd zich geconfronteerd voelen met de ervaringen van de ouders, ook al zijn het niet hun eigen ervaringen. Vaak heeft die laatste bedoelde groep goed voor hun ouders gezorgd maar nooit voor zichzelf.
Gezamenlijk overleg en conclusies
Na de middagpauze op die 6de april, hielden wij ronde-tafel gesprekken waar het er soms emotioneel aan toe ging. Voor sommigen was de discussie zelfs te confronterend en verlieten de zaal. Dat was jammer omdat deze gesprekken nu net de basis waren en zijn voor het voortbestaan van het VBV. Voor anderen echter, was het juist de opening om veilig binnen de groep te kunnen spreken over de problematiek van de naoorlogse generatie binnen hun eigen familie.
We kunnen concluderen dat er in grote lijnen overeenstemming was over een actie om de bestaansmoeilijkheden van sommigen uit die tweede generatie, onder de aandacht van de politiek te brengen en om te bewerkstelligen dat er een maandelijkse financiële tegemoetkoming kan worden gerealiseerd als aanvulling op de AOW.
Hieronder vindt u enige reacties die Yvette Silbernberg heeft opgetekend:
- Er zijn twee ‘soorten kinderen’ van de eerste generatie holocaustoverlevenden:
Kinderen die de verhalen van hun ouders nooit hebben gehoord/de schuld niet meedragen en kinderen die achtervolgd worden door het verleden van hun ouders. - De tweede groep zijn mensen die: Niet in aanmerking komen voor AOW, te jong zijn voor een pensioenregeling, geen pensioen hebben opgebouwd, altijd bezig waren met de zorg voor hun ouders (mentaal en fysiek).
Deze groep mensen heeft last van (vaak zware) mentale problematiek. Denk aan de overgedragen pijn, een minderwaardigheidscomplex “Ik ben dit niet waard/ waarom zou iemand rekening moeten houden met mij/ ik verdien dit niet”. Ze hebben het leed ‘geërfd’ - Het zijn vaak begaafde/capabele mensen die in een bubbel van schaamte leven en daardoor niets hebben kunnen opbouwen.
Deze mensen vallen tussen wal en schip bij de verschillende opties voor subsidies; ze hebben meer hulp nodig.
De verschillende partijen die subsidie krijgen om deze groep te ondersteunen, begrijpen niet wat deze groep nodig heeft. Nog een dialoogavond met lage opkomst is niet de oplossing, een individuele subsidie wel. - De maatstaf voor deze subsidie zou kunnen worden bepaald door:
* kinderen van ouders die een WUV-uitkering hebben gekregen,
* geregistreerd staan bij JMW,
* bij bewijs van psychologische problemen etc.
De aanwezigen kennen allemaal wel iemand die hier baat bij zou hebben, vaak hun eigen kinderen. Er moet echter wel worden opgemerkt dat men, met name van de kant van JMW, de mening was toegedaan dat een geldelijke tegemoetkoming niet de oplossing is, maar dat professionele hulpverlening de uitweg op een beter bestaan moet bieden.
Met inachtneming van deze gemeenschappelijke standpunten en de opinie van JMW, hebben wij contact opgenomen met een jurist die ons hierin zal gaan begeleiden. De wetenschappelijke onderbouwing die daarvoor noodzakelijk is, hebben wij uitgezocht en aangeleverd.
Op korte termijn is er een vervolg overleg met onze jurist. Uiteraard zal moeten worden gewacht op een nieuw kabinet.
Flory Neter